Relatietherapie
Patronen
Vanuit een sterke drijfveer om onze behoeftes te vervullen en pijn te vermijden hebben we op creatieve wijze patronen ontwikkeld. Aan gedrags- en communicatiepatronen liggen natuurlijk ook denk- en belevingspatronen ten grondslag. Je zou bijvoorbeeld ‘pleasend’ of juist nonchalant gedrag in kunnen zetten zodra je vermoedt dat de ander je niet de moeite waard vindt. De kans bestaat echter dat je gedrag op een onrealistische aanname gebaseerd is en dat je je onzekerheid of een (oude) angst projecteert op die ander.
Meer dan gedrag
Destructieve patronen veranderen is dus niet alleen maar een kwestie van ander gedrag aanleren.
Willen jullie werkelijk op authentieke wijze nieuwe, relatie bevorderende patronen ontwikkelen, dan zou je ook de onderliggende aannames kunnen onderzoeken. Dat geeft helderheid en je geeft je partner een kans om anders te zijn dan jij verwacht.
It takes two to tango
De moeilijkheid in relaties is dat ook je partner patronen toepast en vaak grijpen die, als de tandwieltjes van een uurwerk, in jouw patronen. Vaak zie ik dat wat aanvankelijk aantrekkelijke ‘ingrijpingen’ waren, later patronen worden die veel irritatie, teleurstelling en machteloosheid te weeg brengen.
Zo kan het bijvoorbeeld aanvankelijk voor beiden heel aantrekkelijk zijn als de één vooral rationeel ontwikkeld is, terwijl de ander meer sensitief en gevoelsmatig is ingesteld, dat de één goed kan luisteren, terwijl de ander makkelijk praat, de één vanzelfsprekend initiatieven neemt en de ander graag volgt, enzovoorts. Kortom, tegenstellingen en verschillen trekken elkaar nu eenmaal aan, nietwaar?
Patronen die misschien aanvankelijk relatiebevorderend werkten kunnen later gestold zijn en, zoals ik ook bij Autonomie en verbinding schrijf, disfunctioneel of ronduit destructief worden.
Je wilt niet dat je partner te vaak:
- rationeel is en zelden eens meevoelt.
- emotioneel is en zelden eens meedenkt.
- de baas is en jou zelden eens volgt.
- passief volgt en zelden initiatief neemt.
- zijn/haar eigen gang gaat en zelden naar je toe komt.
- op je nek zit en zelden zijn/haar eigen gang gaat.
Een paar andere frustrerende patronen kunnen zijn:
- De één is geneigd om zaken te relativeren, de ander maakt ‘overal’ een punt van.
- De één wil serieus genomen worden, terwijl de ander zijn/haar relativerende kwaliteiten nu maar beter even niet in kan zetten.
- Zodra de één een lastige kwestie ter sprake brengt, gaat de ander direct in de verdediging, ontkenning of vermijding.
- Het is veelal de één die lastige zaken ter sprake brengt. De ander schijnt nergens last van te hebben, of toont geen interesse om tot verbetering te komen.
- De één wil bij een conflict alles tot op het bot uitpraten terwijl de ander zich dan het liefst (even) terug trekt, of het al weer snel genoeg vindt.
- De één komt met een verwijt en de ander antwoordt met een tegenverwijt (de jij-bak).
- De één is ‘altijd’ de ‘dader’, de ander ‘altijd’ het ‘slachtoffer’.
- De één ‘altijd’ de ‘redder’, de ander de ‘hulpeloze’.
- De één de ‘volwassene’ de ander het ‘onverantwoordelijke kind’.
- De één, die misschien meer procesgericht is wil zijn/haar gevoelens delen en de ander, die praktisch ingesteld zou kunnen zijn, gaat niet op de gevoelens in maar komt ‘altijd’ met adviezen en oplossingen.
Grappig filmpje: ‘It’s not about the nail’
- Eén of beiden houdt het bij een conflict niet bij de onderhavige kwestie, maar komt/komen vanuit het ‘goede geheugen’ met tal van andere (oude) voorbeelden om te bewijzen dat de ander fout zit (stapelen). Dit bebeurt vaak als reactie op de afwerende ontkenning van de kwestie die aanvankelijk ter sprake werd gebracht en als gevolg van al die eerdere kwesties die niet naar bevrediging opgelost zijn (escalatie).
- De één wil seks om tot intimiteit te komen, de ander wil eerst emotionele toenadering om vanuit die intimiteit misschien wel tot seks over te gaan. (Schat, wil je eerst een goed gesprek of kunnen we meteen naar boven?)
Relatietherapie
In relatietherapie onderzoeken we dit soort patronen en wat voor gevoelens en veronderstellingen er aan ten grondslag liggen. Als dit op een veilige en geduldige manier kan gebeuren geeft dat vaak al een hernieuwde intimiteit die bevorderend is. Jullie bewustzijn over hoe jullie jezelf in de nesten werken zal enorm toenemen en nieuwe constructieve– en communicatiepatronen kunnen met vallen en opstaan ontwikkeld worden.
Deel deze pagina op: